Hoe werkt de WIA?
Na twee jaar ziekte stopt de doorbetalingsverplichting van de werkgever. Vervolgens heeft de zieke werknemer recht op een WIA-uitkering. De WGA-uitkering geldt bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en de IVA-uitkering bij volledige en blijvende arbeidsongeschiktheid.
Werknemers die meer dan 80% en blijvend arbeidsongeschikt zijn hebben in de IVA recht op 75% van het laatst verdiende loon (tot het maximum dagloon). De uitkering blijft doorlopen tot pensioenleeftijd of tot de mate van arbeidsongeschiktheid afneemt. Werknemers die tussen 35% en 80% arbeidsongeschikt zijn, hebben recht op een WGA-uitkering.
Wat wordt er onder de WGA-uitkering verstaan?
Er vallen drie verschillende uitkeringen onder de WGA, namelijk:
- Loongerelateerde uitkering – De uitkering bedraagt 75% van het laatst verdiende loon tot het maximum dagloon. Na twee maanden zakt de uitkering naar 70%. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden. Daarna volgt één van de volgende uitkeringen.
- Loonaanvullingsuitkering – De werknemer is gedeeltelijk arbeidsongeschikt en daarnaast ontvangt hij of zij inkomen uit dienstverband. Het UWV stelt vast wat de arbeidsongeschikte ondanks de ziekte of beperking nog kan verdienen (=restverdiencapaciteit). Als er minimaal 50% van het vastgestelde inkomen wordt verdiend, bestaat er recht op een loonaanvullingsuitkering.
- Vervolguitkering – Als het de arbeidsongeschikte niet lukt om 50% van de door de UWV vastgestelde restverdiencapaciteit te verdienen, bestaat er recht op een vervolguitkering.
Voor hoeveel procent arbeidsongeschikt?
Een UWV-arts gaat de arbeidsbeperkingen vaststellen. Door de arbeidsdeskundige wordt vervolgens bepaald wat de mate van arbeidsongeschiktheid is. De arbeidsdeskundige stelt vast wat de werknemer nog kan verdienen ondanks zijn ziekte, gebrek of beperking.